Je hebt kinderen, of eigenlijk bedoel ik mensen, die slechte ogen hebben.
Dit komt aan het licht als kinderen plaatjes moeten benoemen bij de schoolarts.
De theepot, de poes, de hond, de vlag en meer van dat soort pictogrammen. Het kan zomaar een lastige opgaaf zijn, als je de steeds kleiner wordende plaatjes niet goed kunt aflezen.
Er zijn ook kinderen die kunnen het bord in de klas niet goed zien.
Zelf kun je het ook merken, als je erg moet turen in de verte. Je kunt hoofdpijn krijgen bij computerwerk of je kunt de ondertiteling op tv niet makkelijk lezen.
Als je richting de 50 gaat, dan worden je armen te kort en wordt het tijd voor een leesbril.
Toch is er ook een heel ander oogprobleem.
Eentje waar je vast niet zo snel aan denkt, namelijk een visuele dysfunctie.
Van een visuele dysfunctie kan een mens behoorlijk last hebben.
Het meest lastige daarvan is: jij of je kind kampt met veel problemen, maar waar je beslist niet aan denkt is dat het aan de ogen ligt.
Kijken doe je met je ogen.
Maar om te kunnen zien, heb je je hersenen nodig.
Je ogen en hersenen werken heel graag samen.
Wat je ogen bekijken, wordt in de hersenen omgezet in informatie.
Op school draait bijna alles om informatie.
Je leert, je leest, je voelt en ervaart. Je luistert en kijkt. Je geeft taal aan wat je beleeft. Je lacht en je huilt, je speelt samen en alleen.
Je zwaait naar je moeder. De juf kijkt streng. Je vriend huilt, omdat hij is gevallen. Je kijkt naar buiten en ziet dat het regent. Daarom speel je binnen.
Je ziet drie kinderen met grote blokken, dus je weet dat “de bouwhoek is vol”.
In de zandbak speel je met je emmer en je schept hem tot het randje vol.
Je rijdt met de grote kar, maar niet langs de schommel. Daar is het te smal.
Tijdens het eten en drinken heb jij stukjes appel, je kijkt naar je buurman. Hij heeft een banaan. Zonder dat je het nu weer proeft, weet je het verschil in smaak en textuur.
Laat je een kleuter kiezen tussen, in je linkerhand 8 muntjes van 5 cent en recht één munt van een euro. Hij kiest links.
Laat je dit zien in groep 5?
Daar gaat iedereen voor rechts.
Want zoals je kunt lezen, is goed zien al van belang bij de kleuters.
Of eigenlijk begint de ontwikkeling van het zien nog veel eerder.
Maar goed zien, dat moet wel lukken en dat moet je leren.
Je ogen moeten samenwerken en goed kunnen richten.
Ze moeten scherp kunnen stellen op het juiste moment en kunnen volgen als dat nodig is.
De informatie moet razendsnel naar de hersenen.
Je zicht moet breed genoeg zijn, om je veilig te kunnen voortbewegen.
De ogen zijn in onze kinderjaren volop in ontwikkeling.
Als er een hapering is op één van deze punten, dan krijg je daar problemen mee. Het lastige is dat je dit soort problemen niet direct worden gezien bij de schoolarts. En al helemaal niet tijdens de ogen-controle.
Kinderen die last hebben van een visuele dysfunctie, die zijn bijvoorbeeld heel onhandig. Ze laten de kleurdoos van tafel vallen. Stoten zich honderd keer tegen de kast. Vinden traplopen lastig en gooien hun beker om.
Ze zijn soms simpelweg moe van een schooldag, of zijn geprikkeld van alle indrukken. Deze prikkels zijn, door de slechte oogsamenwerking, niet goed verwerkt.
Oudere kinderen houden niet van lezen, hebben branderige of droge ogen van het turen.
Ze wijzen altijd de regel aan met hun vinger. Toch slaan ze met regelmaat nog een woord of hele regel over.
Ze schrijven met de tong uit de mond. Het handschrift blijft slordig en gaandeweg schrijven ze steeds verder bij de kantlijn vandaan.
De plussen en minnen lijken te dansen op de bladzijde.
De cijfers halen ze door elkaar.
Dit zijn heel schoolse voorbeelden, van waar kinderen moeite mee kunnen hebben.
Het is begrijpelijk dat dit ook invloed heeft op je gedrag. Als je altijd onhandig bent, voel je je onzeker. Als je heel veel oefent met lezen en dit lukt niet?
Dan kun je last van faalangst krijgen.
Als je ogen veel te breed kijken, zie je alles wat er om je heen gebeurt en mis je de focus. Je wordt druk en chaotisch en je kunt geen orde scheppen in de leestekst van je schoolboek.
Om lekker in je vel te zitten, heb je goede ogen nodig.
Die fijn functioneren, zodat je gemakkelijk leert en nieuwe informatie kunt verwerken.
Als je ogen goed functioneren, kun jijzelf ook beter functioneren in de wereld.
Je ziet beter wat er om je heen gebeurt. Je voelt je veiliger in de ruimte waar je bent. Je bent evenwichtig en gecontroleerd.
Je gedraagt je zoals gewenst of verwacht, omdat je inzicht hebt in de situatie.
De tijd dat je de clown uit moest hangen, om de focus te verleggen van datgeen dat je niet zo goed dacht te kunnen is voorbij.
Je houdt meer energie over voor andere dingen naast schoolt, omdat je goed kunt filteren.
Wat nu?
Misschien herken jij deze situatie wel voor je kind.
Of misschien heb je een leerling in de klas, die gelijk bij je opborrelt.
Met een visuele screening wordt er bekend of er een visuele dysfunctie is en zo ja, op welk gebied de ogen nog niet goed functioneren.
Vervolgens maak ik een plan op maat. Hierin staan heel concreet oogoefeningen, maar zeker ook andere bewegingsvormen om het lijf weer in balans te krijgen.
Lekker in je vel, met beweging en spel heet dat!
Nieuwsgierig?
Neem dan contact met op!